maandag 28 december 2009

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. XVIII

Natuurlijk krijgt u, mijn dierbare, waarde lezer, die tijd uit uw leven neemt om al deze praat met een ernstig gezicht in u op te nemen, een welverdiende en natuurlijk bovenal welgemeende Nieuwjaarsgroet, opdat het u mee mag zitten.

Bij deze dan, en natuurlijk van mijn kant een nederig woordje van dank, want voor u schrijf ik!

Tot in 2010, vanaf een Belgisch toetsenbord, teken ik,


Mejuffrouw Truus.

Dinant - 28-12-2009, Aurelie's huis, 0:19

vrijdag 18 december 2009

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. XVII.

Volgaarne zou ik dit kleine stukje tekst willen opdragen aan iemand die niet zo bijzonder veel van mijn achting geniet. Dit is eigenlijk tegen de regels, maar ik doe het lekker toch, omdat het me hoog zit. Daarom, weer een Klaagmuur, in de vorm van een open brief aan een van mijn waarde collega’s.

[uit privacy overwegingen en veiligheidsoverwegingen zijn de namen in de volgende tekst een weinig gecensureerd]

Mijn beste,

Omdat het een beetje ongepast is om recht in het gezicht van de klant u toe te schreeuwen hoe vaak u van mij de kippekoorts mag krijgen, doe ik het op deze manier, met een vlekkende pen in mijn hand gewrongen. En ik spreek u met rede aan als “u” omdat dat in Spanje een zekere afstand impliceert. Neen, ik studeer geen Spaans, maar Chinees, which is a truth universally acknowledged. Waarom dat niet tot uw dikke schedel wil doordringen weet ik niet.

U loopt erbij als een bouwvakker, met een verwilderde blik in uw ogen. Zo doen ze dat in het magazijn ook en toch voelt u zich hoogverheven boven de rest. De stap van orang-oetang naar mens wordt ineens heel logisch wanneer ik u zie rondzwalken en ik zou het wetenschappelijk comité dat onderzoek doet naar de “Missing Link”, en dat comité bestaat, graag eens willen voorstellen u aan een aandachtige observatie te onderwerpen Ik heb zo het idee dat het wat vraagtekens zal gaan wegnemen.

U hebt het idee dat mijn geestelijk spectrum zich niet bijster ver uitstrekt en u doet alsof ik achterlijk ben. Misschien is dit gedeeltelijk waar, men weet nooit hoe de draden van het menselijk brein nu precies lopen en er bestaat geen twijfel over dat er bij mij een aantal los zitten. Verder woon ik tegenover het gekkenhuis hier, ook daar kan ik niet omheen. maar als we al deze gekheid [huhuh] op een stokje schuiven hoeft dat niet zomaar te impliceren dat ik achterlijk, of beter “mentally chalenged” ben. Ik heb gewoon geen motivatie voor het werk dat ik momenteel doe, omdat ik een opleiding volg. Waarom ben ik niet gewoon op mijn zestiende gestopt met school? Waarom volg ik een opleiding? Wel, om ervoor te zorgen dat ik onder andere over dertig jaar niet nog bij de Bijenkorf werk, om er maar eentje te noemen. Dat dit uw carrière is, en dat u daar misschien toch ergens diep van binnen wel een beetje gefrustreerd over bent, da’s niet echt mijn probleem dus reageer het aub niet op mij af.

Zo kan ik wel uren doorgaan, want ik vind u een ronduit naargeestig aan tunnelvisie lijdend manspersoon,maar ik verwacht dat niet iedereen daar zomaar op zit te wachten. Het is immers weer bijna kerst, de tijd van vrede en verzoening, dus de diepste woede zal ik een andere keer nog wel gaan spuien. Voor nu hou ik het hierbij.

Ik vind u kortom maar een vervelende vent. Ik trek het me alleen niet zo heel veel meer aan. Ik ga iemand uit het zuidelijkste deel van zuid Limburg niet zomaar serieus nemen, dat doet het eigen IQ namelijk drastisch dalen. U bent de wesp op mijn stukje appeltaart. De vlieg in mijn bier. De bagger onder de door u zo verguisde werkschoen. De wekker op maandagochtend, en vrijdagochtend, en zaterdagochtend. Lekker puh.

Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 171209, 22.14

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. XVI.

Het werd broodnodig weer eens tijd voor een nieuwe blog. Want wat is er veel gebeurd in de tussentijd, die zich als ik me niet vergis uitstrekt van ergens begin november tot en met nu, pak ‘m beet midden december. En da’s toch wel erg lang. Daarom, even een opfrisronde. Een gezapig zooitje feiten op een rijtje, zoals de linedancevereniging [het is toch schokkend dat de tekstverwerker waarop al deze verhalen geproduceerd worden in het geheel geen kaas gegeten heeft van het woord linedancevereniging. Ik heb de pest aan die rooie kringels.].

Ten eerste is de Sint nog niet op zijn boot, of alle Pietermansknechten in het warenhuis waar ik al geruime tijd de bloemetjes probeer buiten te zetten worden al met een olijk boogje naar de vierde verdieping geschopt om plaats te maken voor een zeer wanstaltige kerstboom. Tenminste, het betreft een kegelvormige constructie van een groene, stekelige massa, met daartussen een sporadische strik, bel, bol, goddank geen vlinders of kikkers zoals vorig jaar. De kerstboom vind het duidelijk maar niks waar men hem heeft neergezet, in één week tijd is het ding al meerdere malen met een donderend geraas naar beneden komen zetten. Wagonladingen V&R kerstversiersels en andere prullaria in zijn val meeslepend. De manager was niet zo blij. Waarschijnlijk is de kerstboom ook niet blij met de ijzige koude die door het pand verspreid wordt, iedere keer als de deuren weer openvliegen om een nieuwe kudde binnen/buiten te laten.
Want het is een uitzinnige menigte, die ’s lands zuidelijkst gelegen stad teistert. Busladingen, wagonladingen, alleen de parachutisten ontbreken nog maar ik vrees dat die niet lang meer op zich zullen laten wachten. Er is werkelijk geen doorkomen meer aan. Al sinds midden november is de binnenstad omgetoverd tot een heuse koopjeshel, zeven dagen per week, wanneer het aan het gemeentelijk bestuur had gelegen ook nog eens vierentwintig uur per dag, maar het schijnt dat daar toch wetten en vakbonden tegen zijn. Omdat men overduidelijk in het weekend geen ene reet –excusez le mot- te doen heeft laat men huis en haard voor wat het is in deze gure decembermaand en gaat men gezellig consumeren, shoppen, terroriseren en wat dies meer zij, gewoon omdat het kan. Kredietcrisis? Nie von gehört. Ben ik gewoon een achterlijke ouwe zeur die nog heeft leren lezen in het flakkerend licht der gloeilamp? Die in het weekend ging stoepkrijten omdat internet nog een vies woord was? Die met de feestdagen altijd het snoep uit de onderste takken van de boom jatte, en de tijd doodde met onzin als monopoly, sterren uit paprika’s rammen, en eindeloos Home-Alone samen met de rest van de familie? Het enige nut van deze hele koopjescrisis is dat het je aan het denken zet, dat het eigenlijk een beetje jammer is dat iedereen zich zo dood verveelt.

Plus, een kerstmarkt met een weliswaar heel gaaf reuzenrad en ijsbaan maar zonder foute Schlagermusik en dronken Duitsers is eigenlijk geen officiële echte kerstmarkt. Want een Fries die niet kan Schaatsen is eigenlijk ook geen Fries.

Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 121209.

Sinterklaasconspiracy involving Boeddha.

Dus we zitten met zn allen bij KLV en we zitten hier gezellig en we zitten hier okee, en Tsui snapt ‘ Op die Fiets” nog steeds niet maar dat ff terzijde, want mijn goede mattie H. snapt “dat zeg je nou wel maar is dat ook wel zo en wat bedoel je daar nou mee en wat heeft dat nou voor zin en wie bel je daar dan voor” ook nog steeds niet, maar H. is naast ongelooflijk cool wel heel erg blond dus dat is m waarschijnlijk de knoop, of de fiets, liever de fiets, want dan snapt Tsui het niet meer en dan luistert ie niet meer naar ons drieën, en wat hier precies de gedachtegang achter is weet ik niet zeker, dat is vast en zeker de roemruchte Tsui-logica, en wij sjaarsjes zijn nog maar krap’an twee maanden aan dit fenomeen blootgesteld, maar bij sommigen zijn de gevolgen al duidelijk merkbaar. Dit was niet mijn punt, dit was helegaar niet mijn punt.

We zitten nu niet meer bij KLV, ff voor de duidelijkheid. We zitten nu thuis, achter de pc, het elektronische brein. Nu blijkt dat we hele mooie foto’s kunnen maken van de bloembak vóór het Kurhaus. Zo mooi zelfs dat het Kurhaus er helemaal bij in het niet valt, letterlijk dan, Jezus wat een wazige takkezooi. [voor de Maastrichtse lezers onder u: het Kurhaus is een belangrijk gebouw in Scheveningen. Dat is een deel van Den Haag, in Holland. Scheveningen ligt aan de zee, niet aan de Maas. De zee is heel wat groter dan de maas. De zee is ook stukken blauwer dan de Maas. De zee is als een stuk of vijfentachtigduizend Mazen naast elkaar. Heel erg veel water, heel erg veel blauw. Scheveningen ligt niet op een heuvel, maar op een duin. Een duin is een grote hoop zand, met beschermd gras erin. In Holland heeft gras dezelfde status als koeien in India. Gras is voor de Hollanders geen regulier onkruid! Verder is het duin weliswaar zand, maar geen zandsteen, dus niet afgraven! Dan verzuipt het tuig uit het westen, en dan krijgt het tuig uit het zuiden geen subsidie meer!]

Vandaag hadden we twee interactieve presentaties over het oude China, en de inhoud daarvan ga ik hier niet helemaal neerknallen, dat zou nog wel eens vervelend uit kunnen pakken voor deze en gene plus de powerpoints staan niet op internet, wat de visualisatie van het geheel er niet makkelijker op maakt. Iets met copyright.

In een van die presentaties kwam het heugelijke feit tevoorschijn dat Boeddha en Sint Nicolaas meer met elkaar gemeen hebben dan men zo op het eerste gezicht zou vermoeden. Om deze overeenkomst eens toe te lichten gaan we nu een beetje dieper graven dan normaal. Natuurlijk, Boeddha en de lieve goede Sint zijn beide heiligen, religieuze boegbeelden voor velen. Zij zijn beiden bekend door hun onbaatzuchtigheid. De een uit dit met appeltjes van oranje, de ander uit dit met mantra’s en velerlei wijze gezegden. Zij roepen de mensheid op geduldig en tevreden te zijn.

Dat is echter niet het hele punt. Er bestaat een theorie, ooit uitgedacht door yours faithfully, dat de Sint en Boeddha een boel met elkaar te maken hebben. En dat zit ‘m allemaal in een jutezak, nonchalant over linker dan wel rechter schouder geslingerd. Hier in de lage landen is het een voor waar aangenomen gegeven dat, indien een spruit zich niet helemaal behoorlijk gedraagt, hij of zij met een olijk boogje verdwijnt in de zak van Sinterklaas om voorgoed naar Spanje te verdwijnen. Maar, wanneer wij oude afbeeldingen van Boeddha aan nader onderzoek onderwerpen, komen wij tot de conclusie dat hij ook een zak over zijn schouder geslingerd heeft. Wanneer wij dit nadere onderzoek nog eens uitdiepen komen wij erachter dat men vroeger voor waar aannam dat Boeddha degene was die de nieuwgeboren kroost transporteerde, en niet zozeer de ooievaar zoals hier.

Het kan de oplettende lezer niet ontgaan zijn dat er twee keer sprake is van een zak met kinderen, die vervoerd worden van A naar B. Mijn theorie is, dat het gebroed uit het westen niet tot in het einde der dagen in Spanje pepernoten moet apporteren. Want is het niet zo dat Sint Nicolaas eigenlijk de bisschop van Myra is? Myra ligt in Turkije. Welke belangrijke oost-west route loopt door Turkije? De Zijderoute. Hoe heeft het Boeddhisme zich uiteindelijk kunnen verspreiden? Via de Zijderoute. Waarom is Oost Azië nu zo vreselijk dichtbevolkt?

Ik denk dat vroegah, toen Pasen en Pinksteren nog op een dag viel, en wanneer de Sint Spanje stilletjes voorbij voer en met een ruim vol stoute kinderen hij eigenlijk doorvoer naar Turkije. Waar een lachende Boeddha hem al op stond te wachten om de vracht van de Sint over te nemen. We hebben het hier dus over een flinke bootlading kinderen per jaar. Van de Lage landen uiteindelijk helemaal naar het verre oosten. Ziehier, het oudste mensenhandellijntje. Alleen gaat het heden te dage in omgekeerde volgorde, en komen er geen heiligen meer aan te pas.

De conspiracy kan nog verder gaan, maar dan graven we wel heel diep en je weet maar nooit wie dit allemaal onder ogen komt.

We laten het hierbij.

Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 241109, 22.54

woensdag 14 oktober 2009

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. XV

Roert den bazuinen en steekt den loftrompet [iemand die uitdrukking wel eens begrepen? Welke zot steekt er nu een trompet? Bij het steken van een draak kan ik mij nog enigszins een voorstelling maken, maar wie steekt er nu in ’s hemelsnaam een trompet? Zonde toch? Slaat als een ezel op een steen. Nu draven we door.], Maastricht krijgt een Amazing Oriental Aziatische Supermarkt! Komt het zien, meemaken etc. Voor de a-culturele barbaren onder u die niet weten wat ik met de Amazing Oriental bedoel volgt er nu een beknopte beschrijving, en knoopt u die alstublieft in uw hersens. Degenen die al bekend zijn met het gegeven kunnen de eerstvolgende alinea’s zonder scrupule skippen.

De Amazing Oriental Aziatische Supermarkt is een fenomeen waar in het dagelijks leven niet zomaar overheen gekeken mag worden. Het gaat hier om een ruime winkeloppervlakte –in tegenstelling tot de vaak krappe maar o zo knusse kruiptoko- volledig gevuld met juist die voedingssupplementen die voor hen die de juiste essentie van de Orientaalse keuken dierbaar is zo vreselijk onmisbaar zijn. En nog meer zelfs. Bedenk, als dat helpt, de inhoud van iedere toko die je ooit gezien hebt en prop het in een winkel en je bent welhaast klaar. Amazing…
Het zuiden heeft lange tijd achtergelopen bij dit fenomeen, maar nu komt daar dus verandering in, en wel 22 oktober. Da’s volgende week, dus pakt uw slaapzak en ga er voor de deur liggen want het is het waard. Tevens is het overdekt [toch?], net zoals in De Haag
[saillant detail: in Mestreech hebben we een wijk die heet De Heeg. Ik ben er nog nooit geweest, bus 6 en bus 1 gaan er naartoe. De Heeg klinkt als De Haag, dus toen ik dat voor de eerste keer op een bus zag staan dacht ik “Hé! Kom ik daar niet net zo ongeveer drie uur met de trein vandaan?”].
Noem een product, afkomstig uit Suriname of de Oost, en ze hebben het, gegarandeerd. Als ze het niet hebben zit ernaast de Jumbo, dus dat is echt een magische supermarktencombi die men zelfs in Den Haag niet heeft. Verdere feiten en aanvullingen: het is er leuk, het is goedkoop, je kunt de verpakkingen niet lezen dus enter het verrassingseffect, en zo kunnen we nog wel even verdergaan. Voordelen te over. Eindelijk nu ook bij u om de hoek.

Omdat Maastricht dus sinds 22 oktober beschikt over zo’n Amazing Oriental hoeft de behoeftige Aziaat woonachtig beneden de rivieren niet zomaar meer naar Den Haag, of Amsterdam of erger. En in een klap wordt daarmee het westen des lands voor ons overbodig. Dus, om de overbevolking, oververvuiling en Rotterdam tegen te gaan, laten we de gehele Randstad zoals weleer weer in de zee zakken, met een fikse plons, zodat we een tsunami creëren en met een beetje mazzel het Gooi en Bilthoven ook meespoelen. Het schuim van de aarde, daar waar het thuishoort, op de bodem der zee. Over een paar honderd jaar komt diezelfde zeebodem namelijk weer omhoog, tot een soort tweede Sint-Pietersberg die de Limburgers dan weer kunnen afgraven –de nationale hobby.

Ter parafrase: Maastricht heeft een Amazing Oriental, over een week, dat is een zeer heugelijk gegeven voor hen die de Aziatische leefstijl in heel haar wezen minnen. Hierdoor wordt een groot, gapend gat in het zuiden des lands in één smak opgevuld, waardoor de concepten “Randstad” en “poldergeest” in één klap onzinnig zijn geworden. Dus in het kader van “vroegâh was alles betâh” en in het kader van creatief watermanagement laten we de hele mikmak in zee plonzen, met als bijkomend voordeel dat we dat over een paar honderd jaar weer kunnen gaan afgraven.

Wij blij, zij blij, iedereen blij, behalve de verzopen Randstedelingen, en de Tibetanen natuurlijk, en dat is weer een verhaal van geheel andere orde.

Dit was m weer voor heute.

~ Brusselseweg, Mediatheek, Maastricht, Limburg, Nederland, 141009, 15.11

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. XIV

Herfst en Nieuwegein, by Spinvis.

De wind verzamelt stemmen en papier
Herfst en Nieuwegein
Een auto, een man en een rivier
Vanaf hier is alles wat het lijkt
De kaart waarop hij kijkt, de sneltram en het kruispunt en het zwembad
U Bevindt Zich Hier

Herfst en Nieuwegein
In alles wacht vandaag de eeuwigheid
Altijd samen zijn de herfst en ik en Nieuwegein

De liefde slaapt in donker cellofaan
’s nachts in Nieuwegein
Ze zweeft tussen de snelweg en de maandag
De man is doodgegaan
Het was misschien zijn tijd
Daar ligt ie nou, je vraagt je af wie morgen in zijn auto rijdt

Herfst en Nieuwegein
In alles wacht vandaag de eeuwigheid
Altijd samen zijn de herfst en ik en Nieuwegein

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. XIII

De Klaagmuur.

Immers wij zijn Hollanders, en wij hebben een monopolie op klagen. RTV Utrecht heeft, of misschien inmiddels had altijd een Klaagmuur in de zaterdagavondprogrammering, en misschien is het een leuk idee om hier, in het verre Zuidelijke Maastricht wat voort te borduren op dit principe, shall we?

Dus we schrijven zaterdag drie oktober, dit jaar de enige echte laatste dag van de gele gekte. Klinkt heugelijk toch? Nou, mooi niet. Zaterdag is namelijk weekend voor velen, behalve voor die zielenpoten die moeten werken, in een magazijn, of in een winkel, en vooral die stumperds in de winkel moeten het af en toe ontgelden. Nu zeker, vanwege een groots opgezette actie van een bekende warenhuisketen hier in Nederland.

Dus stel je eens voor, de zaterdagochtend. Menigeen viert weekend, zo niet jij, want al om kwart over zes gaat met een wild geraas ergens in je kamer je telefoon annex wekker af. Wanneer je het onding met een reutelende zucht die ergens bij je tenen begint en achter in je strot eindigt uitzet en je de gordijnen openrukt in afwachting van het gulden zonlicht, wacht je slechts het deprimerend uitzicht van een inktzwarte lucht die niet in staat lijkt ooit nog helderblauw te worden, met de bekende oranje gloed die de generaties na ons zullen gaan betitelen als “avondduister”. Je twijfelt nog eens aan de tijd, want het kan toch niet zo zijn dat het om inmiddels half zeven de morgenstond nog lekker op zich laat wachten zoals dit in de winter altijd het geval is?

Drie keer tijdcheck wijst uit dat het inmiddels al kwart voor zeven is –je mag dan werken daar waar de tijd stilstaat, hier gaat het ineens twintig keer zo snel tikken- en nog steeds geen hand voor ogen te zien buiten. Met een gele strik die net zo scheef staat als je gemoed –geel, want gele gekte- hijs je je op je fiets, terwijl je maag zich nog aan de twee speculaasjes en de slok thee vergrijpt, want dat was je ontbijt. Dat klinkt misschien heel karig, dat was het ook, maar zowel klok als voorraad stonden een uitgebreider buffet niet toe. Daar sta je dan als Mejuffrouw Geelzucht met haar Rommelende Maag. Over de Bijenkorf clientèle tijdens de DDD kunnen we verder kort zijn, onbeschofter en manipulerender dan doorgaans.

Dan is het 1900 uur, en mag je naar huis, en eenmaal buiten het gebouw aangekomen zie je dat het wederom alweer donker is. Net als toen je op de fiets stapte vanochtend. Een hele dag zonder daglicht. Plantjes gaan daar doorgaans dood aan. De lunchpauze vond door de situatie die wel wat van een slachthuis weg had plaats om een uurtje of 5, toen de meute enigszins begon te wijken. Plantjes gaan doorgaans dood als ze te lang geen voedingsstoffen tot zich kunnen nemen, getuige het inmiddels bruin verschrompelde geval wat tot voor kort doorging als klimopding. In E.T. was het een heel onheilspellend teken toen het plantje doodging, dat was voor mij eigenlijk het dieptepunt van de hele film, niet zozeer die maanschildpad als wel het plantje, dat doodging. Bijna. Misschien is het klimopding met inmiddels nog maar 1 groen blaadje een afspiegeling van mijn hele wezen en functioneren. Dat zou niet zo best zijn.

Zondag 4 oktober was het de onofficiële vierde dwaze dag, ofwel het graaifestijn, waarbij ook het klootjesvolk uit de woonwagenkampementen die mijnheer de burgemeester Leers zo dapper tracht te verwijderen zich komt vergrijpen aan het assortiment dat met nog eens 25% korting [ting-ting-ting] voor het oprapen ligt. Stormloop dus, een middeleeuwse belegering is er niks bij. Iedereen riep dus vol overtuiging dat zondag de vierde onofficiële vierde dwaze dag was, het kersje op de vla. ĺn de vla [vla is ook geel]. Dus “voorwaarts” riep zij, nog een keer vrolijk opgepoetst in haar geel-zwarte tenue. Viel dat ff tegen. Het begon een weinig te dagen in het Oosten toen zij met een ferme por de houten zijdeur van het lelijkste gebouw van Maastricht openduwde, en een medewerker haar met opgetrokken wenkbrauwen –Betty Boop was er niks bij- tegemoet kwam treden. In zwart-wit. Zij schudde het hoofd eenmaal “nonsens” en vervolgde haar weg, drie lange trappen op naar boven. Bij de receptie aangekomen stonden daar warempel vier van die zwart-witte snotneuzen, inclusief sjaaltje en speldje. Hier klopte iets niet. Het kwartje kreeg een klein zetje, en begon langzaam maar zeker aan zijn sprong in het diepe.

Was ik werkelijk de enige imbeciel die zo aapachtig kon zijn om in het geel te komen? De bevestiging kwam in de vorm van Nick, Nicky, de plaatselijke Dijon, in zwart-wit Bijenkorf pak gestoken. Nader onderzoek dat ik hier uit puur respect voor mijn eigen gestel niet ga uitwerken wees uit dat men vandaag inderdaad in de voorgeschreven officiële zwart-witte outfit diende te verschijnen. Enkele minuten later bleek dat de plaatselijke Wesley mij was vergeten te melden vrijdag dat men zondag niet meer in het geel mocht komen opdraven. Ik weet hoe het is om een chaotisch brein als een zeef te hebben, daarom zal ik het in overweging nemen hem te vergeven.
Goddank is het hele gekkenhuis nu voorbij, nog even een paar cijfertjes voor hen die daar al e hele rit op hebben zitten wachten. Let op: Uit voorzorg zijn in de meeste situaties understatements gehanteerd, dit uit veiligheidsoverwegingen en gezondheidsgerelateerde redenen. Het humeur kelderde gemiddeld twintig minuten eerder dan normaal naar NAP, de motivatie echter al vijfentwintig minuten eerder dan normaal, en verder, naar 20 onder NAP. Gemiddeld aantal klanten tevreden de deur uit tussen twee scheldkanonnades in: 3. Percentage Franstaligen van de algehele clientèle: 40%. Percentage daarvan uitgerust met ultrasoon misthoornstemgeluid: 97%. Percentage daarvan schuldig aan het beschimpen van medewerker MBB: 95,6%.

Hier wil ik het bij laten. We laten het hele trauma nu langzaam maar zeker wegtrekken, ontkennen dat het allemaal gebeurd is. Een uiterst nuttige strategie, wordt elders in de wereld ook toegepast om oorlogstrauma te verwerken. Niet dat ik nu wil beweren dat de Gele Gekte een oorlog is, eerder een slagveld, na de oorlog, en de verplegers en de gieren en de deserteurs natuurlijk keren heimelijk terug [de verplegers niet heimelijk want die horen erbij] om de gevallenen kaal te plukken. Tot en met de laatste A-bak. De Gele Gekte is eerder een soort Pandemie. Het begint met een enkel tasje, en voor je het weet is je hele binnenstad geel. Tot en met de dakgoten. En niemand die er iets tegen doet. Psychologische strategieën heet dat ook wel, want wij associëren geel met iets vrolijks, een zonnebloem, een gele ballon, maar voor je het weet knapt de ballon in je gezicht en zit je onder de geelzucht, en zo is de pest uiteindelijk ook begonnen en we weten allemaal hoe dat is afgelopen. Zelfs ingeblikt riddervlees was toen niet veilig. Dus ik zeg weg met de Mexicaanse griep hype, de gele gekte is gevaarlijker want die komt ieder jaar terug, precies op hetzelfde moment. Daar moet toch tegen te wapenen zijn…

Tot hier en niet verder,

~ Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 041009, 23.13

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. XII

WORK IN PROGRESS.

Zoveel gebeurd de afgelopen tijd, en zo weinig tijd om het allemaal neer te schrijven. Studeren in de Zuid-Zimburgse nazomerzon, mensen ontmoeten die op hun vijftigste helemaal op de fiets van Nederland over de Alpen naar Athene zijn gegaan, Chinese uitwisselingsstudenten die Nederlands trachten te spreken, treinreisjes via Utrecht naar Schiphol, en weer terug en natuurlijk de DDD of van nu af aan bekend als de Gele Gekte bij de beter bekende warenhuisketen waar ik sinds maand en dag werkzaam tracht te zijn.

Verder rommelt het hier in Huisje Weltevree, waar een overschot aan dames is, en dat betekent een overschot aan catfights niet alleen op deze afdeling, maar ook met onder en bovengelegen etages. Ik heb wijselijk besloten mij afzijdig te houden, en wel in de positie van de naïeve negentienjarige Nederlandse die het eigenlijk allemaal geen ene zak kan schelen.

Toestanden en omstandigheden alom, dus, maar ik kan u vertellen dat er weer een boel vertelsels aankomen, mede ook omdat ik in mijn oneindige wijsheid heb besloten om ook Flip de Fluiter, De Heer Ringstaart, De Lotgevallen van het Onbekende Dorp en alle andere verhalen te posten, behalve de lofzang op Scheveningen en de totstandkomingen van de recepten; die blijven veilig waar ze nu zijn.

Plien en Bianca maken mij nog steeds iedere dag aan het lachen, zo ook nu, dus ik ga er een punt achter zetten.

In een notendop nogmaals: er komt een boel aan, waaronder een paar keer een Klaagmuur, een beschouwing op de gele gekte, en nog een paar servetmemoires. Ik zou zeggen, kruipt vol verwachting achter uw beeldscherm en houdt moed. Ik zal schrijven, heusch.

Tot zover.

Mejuffrouw Truus van der Glashandel

ps.: Bomen zijn Relaxed.

woensdag 7 oktober 2009

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. XIII

...En wederom een interactieve plaatjeskijksessie. Blijft leuk toch? Wederom veel kijkplezier!













Ook al deze afbeeldingen zijn geschoten door mij, op de laatste mooie dag van het jaar. Wow.



Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. XII

Het oog wil immers ook wat, hoe moet je je anders een voorstelling maken bij de oeverloze stroom prietpraat? Daarom hier een interactieve plaatjessessie! Enjoy!



























Deze afbeeldingen zijn allen geschoten door mij, vanaf de Bemelerberg nabij Bemelen, op 5 km. van Maastricht.




Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. XI.

Woensdag pannenkoekdag, vanaf heden in het leven geroepen. “Ja, we komen!” riep menig huisgenoot mij enthousiast toe. Later bleek “Nee we komen toch niet”, dus dan zit je daar fijn opgescheept te zijn met een boel oudhollandsche baksels. En, trouwens, screw de Koopmans, met hun Eierpannenkoeken, echt, mensen, wat een vreselijke zooi, zeg, gadverdamme, en nu we het toch over die shit van de Koopmans hebben, stelletje prutsers, een normale pannenkoek breekt niet in tig duizend stukjes als je m probeert om te draaien zegmaar, ’t is maar even dat je het weet!

Goddank was daar vanavond als kersje op de taart … correctie pannenkoek het bakje vla. Het bakje vla, immer vrolijk geel, goed voor de keel, en dat rijmt niet voor niets. En het vreselijk gave van gele vla is, dat als er een olifant ondersteboven met gele klompen indrijft, je ‘m dan niet kan zien, omdat de vla geel is en de klompen van de olifant ook en dat vind ik wel zoiets ongelooflijk gaafs. Je zult het bakje vla er hoe dan ook nooit over horen, daarom doe ik dat bij deze speciaal voor het bakje vla, dat nu bovenop de pepernotenbus balanceert.

Wat mij brengt bij het volgende. Augustus ligt nog niet koud in zijn graf, of ’s lands supermarkten en voordeeldrogisterijen liggen tot de nok toe vol met pepernoten en andersoortige decemberlekkernijen om een zekere Spaanse bisschop te eren. Terwijl de bladeren nog volop aan de bomen hangen, lacht Pietermanknecht u reeds toe. Terwijl er van de hitte nog mussen uit dakgoten vallen. Het zou mij geen toeval lijken als straks zo midden november de paashaas vast meekomt op de boot, dat scheelt weer in logistieke rompslomp.

Maar er is meer. De inwoners van de gemeente Montfoort [U] weten waar ik het over heb, als ik begin over een zeker tuincentrum, nabij een rotonde waar twee rijkswegen elkaar kruisen. Ieder jaar, hoogzomer, van de ene op de andere dag, verschijnt er op het dak van dit tuincentrum een ieder jaar grauwer wordende sneeuwman. Dat komt door het weer, en waarschijnlijk ook de twee reeds eerdergenoemde nabij gelegen rijkswegen, en dus ook de rotonde. Een Belg zou het onding meteen verwijdert hebben, al dan niet met gereedschap [en wij laten voor het gemak hier de definitie van “gereedschap” even in het ongewisse] maar wij zijn beschaafde Hollanders, dus wij weten niet van aanpakken waar het dit soort zaken betreft. In plaats van overstappen tot fysieke maatregelen, richten wij een praatgroep, en een actiecomité, en als beiden aanslaan misschien ook een politieke partij, maar dat is misschien toch ook een klein straatje te ver, we hebben het wel over de polder.

De praatgroep gaat in op het diepere nut van de sneeuwman, dus waarom a) zo vroeg, b) zo wanstaltig en c)grauw. Een keer per week zullen de leden bij elkaar komen om deze, en meer, punten te bediscussiëren, ondersteund met hevige gesticulatie, op het katheder slaand, roepend dat het zomaar niet kan, en altijd onder genot van koffie met een kaakje. Men zal tijdens deze bijeenkomsten ook ingaan op het directe effect van de bewuste sneeuwman op de maatschappij; een tot twee keer per maand zal een gastspreker, zoals een vrijwilligster van het RIAGG. Want wat heeft zo’n opgeblazen sneeuwman nu voor een wezenlijk effect op het functioneren van de menselijke psyche? In hoeverre zijn de mensen in staat om zijn aanwezigheid voldoende los te laten? Bepaalde leden krijgen door deze overvloed van emoties bepaalde neigingen richting gesticht of het suïcidale pad; daarom is er voor hen een extra aanhangende praatgroep in het leven geroepen, met extra bijeenkomsten, extra ondersteuning, en extra koffie.

Het actiecomité zal, what’s in a name, tot meer actie bereid zijn, zoals zitacties, met de rug naar de vermaledijde sneeuwman toe, het verspreiden van pamfletten, boycotacties tegen bepaalde producten uit het winterassortiment van het tuincentrum, uitgebreide artikelen in niet nader te noemen lokale kranten en een opzet voor een gang naar de televisie. Verder leggen zij ook het fundament voor de politieke partij, die er heus aan zit te komen. Het ontbreekt alleen nog aan een leidersfiguur, een leus en een naam, maar verder is er niets behalve de sneeuwman [die inmiddels geheel niet meer wit is maar een kleur aangemeten heeft gekregen die het midden houdt tussen het binnenste van een oude kolenkachel en menselijke fecaliën] wat er nog tussen de kersverse, onbespoten partij en het Binnenhof staat. De inmiddels dus wel zeer sterk verkleurde sneeuwman geeft de overwegend toch blanke meerderheid van zowel de praatgroep als het actiecomité het idee dat zij niet serieus genomen worden, waarop zij niet het tuincentrum met de grond gelijk maken, maar besluiten tot de oprichting van een nieuwe praatgroep, en een nieuw actiecomité. Rita Verdonk krijgt lucht van het euvel, en belooft steun tijdens de landelijke verkiezingen van 2028.

Tot zover vandaag.

~ Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 230909, 23.42

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. X.

Geenszins en nimmer is het mijn bedoeling geweest om van mijn hele blogbevlieging een gatenkaas te maken, met tussenpozen van halve weken. Laten we dat vooral even voorop stellen. Het hele schrijfproces wordt hier, achter de geëlektrocuteerde typemachine met de draadloze toetsenunit, nimmer als een last ervaren maar meer als een vorm van ontspanning [zie de kop thee, de yoghurt, het biertje eens balanceren op het randje van de multifunctionele bureautafel; we hebben te kampen met een kwantitatief gebrek aan ruimte] en zelfreflectie. Wat ik dus probeer duidelijk te maken, is dat vanaf hedenavond, er iedere dag een blaadje gaat verschijnen met daarop de meest uiteenlopende onderwerpen, ijverig volgekrabbeld.


Vandaag was het weer tijd voor de immer deinende les van een veelbevlogen docent, die het helaas niet over weet te brengen, en dan niet alleen bij mij, maar bij pak ‘m beet drie vierde van de groep, zo bleek uit een kleine peiling links en rechts van mij. Doch hij bedoelt het goed, met zijn van Nederlands dialect doorsproten Mandarijn, met zijn zelfgeschoten filmpjes. En dat is best ontroerend, zo aan het einde van de dinsdagmorgen. Maar op een gegeven moment gaat het spijsverteringskanaal hevig aan het knagen omdat er geen te verteren spijzen meer voorhanden zijn, en dan blijkt uiteindelijk dat de grenslijn tussen de drang wakker te blijven en de drang om naar huis te gaan zo dun is als een de dunne darm…


Er is meer nieuws uit het zuiden, want net zoals in Scheveningen verwordt mijn kamer langzaam maar zeker tot een botanisch geïnspireerde insectentuin. De spin is inmiddels zo kassie wijlen als het maar kon naar beneden komen zetten [of er enig verband zit tussen het heengaan van de spin en het overvloedige gebruik van wierook [meanwhile raam geopend] weet ik niet geheel zeker], de muggen heb ik eigenhandig naar de eeuwige jachtvelden geholpen en het lieveheersbeestje struint nog even vrolijk als altijd rond. Het diertje is alleen niet rood met zwarte stippen, maar zwart met een vaal-gelige kleur stippen. Of ik me nou zorgen moet gaan maken over de Mexicaanse Griep, larven van de Westlandse boktor of uitheemse giftige soorten die voor schadelijke gevolgen betreffende de gezondheid kunnen zorgdragen weet ik niet. Ik zal de kwestie nauwlettend in de gaten houden.


Om van het eilandje “ongedierte” over te stappen naar het eilandje “voedsel”. Vreest niet, deze keer geen gekwezel over het werk. De pannekoekdrang begint weer op te steken, zoals dat wel vaker gebeurt in de herfst, of een willekeurig ander seizoen. Vol goede moed en de armen vol aan beslagmix, stroop, de suikerpot en de garde toog ik daarom naar de keuken, alwaar bleek dat alleen het vergiet en het steelpannetje gebruiksbeschikbaar waren. Dat was een beetje een domper op deze prachtige avond, maar er was nog pasta van gisteren over en een boel kaas dus op zich is het foodwise helemaal goed gekomen.


Rest mij verder nog te melden dat de geestelijke voorbereiding oor de dag van morgen en overmorgen reeds heeft aangevangen. Van het huiswerk voor Nederlands kan ik weinig kaas maken; ik wordt geacht met signaalwoorden in de weer te gaan. Dat wil zeggen, er wordt mij een scala aan zinnen toegeworpen, die vervolgens in tweetallen worden aangeboden en het is aan de oplettende lezer ervan om de relatie tussen de twee zinnen duidelijk te maken met behulp van signaalwoorden. En daar zit ‘m nu de knoop. Nergens is namelijk te vinden welke signaalwoorden er allemaal zijn, welke verbande zij aan moeten geven, wat een signaalwoord überhaupt is. Nergens. Niet in de syllabus. Niet in de Zakelijke Communicatie-bijbel. Niet in de andere syllabus. Alleen mijn oude, getrouwe middelbare schoolhandboek Nederlands weet raad, maar dat is van dusdanige omvang dat ik het niet nog een keer ga meezeulen naar de les. Maar dat zijn de zorgen van morgen, en dat rijmt niet voor niets.


Genoeg voor vandaag.


~ Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 220909, 22.39

dinsdag 22 september 2009

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. IX.

We zijn inmiddels enige dagen verder, zoveel noemenswaardige zaken gebeuren er hier nu ook weer niet. De sleur van alledag begint er lekker in te komen. En verder zijn er altijd wel van die dingen te vinden die je van je blog afhouden, maar later meer daarover.

Eerst de werkupdate dan maar, want voor het eerst in bijna 3 jaar ga ik weer met tegenzin naar het werk. Dit ligt voor alle duidelijkheid niet aan de collega’s, gedeeltelijk ook niet aan het management, maar puur aan het feit dat de clientèle die men geacht wordt een helpende hand te bieden zich gedraagt als een kudde verwende kleuters van vijf, die het op een schreeuwen zetten wanneer je hen verteld dat de limited Costa-Rica chocoladetaart er dinsdag pas weer is, met daarbij een uitdrukking op hun tronie die een peuter waarvan zojuist het fietsje is afgepakt niet zou misstaan. Verder stroomt de keuken nog met enige regelmaat over; boven de zeespiegel wonen is dus ook niet alles, want ik heb hier vaker met natte voeten te stellen gehad dan toen ik in de polder nog 30 cm. onder N.A.P. zat. Maar, er is ook goed nieuws van de afdeling want er zijn gele T-shirts met foto-opdruk voor iedereen, natuurlijk voor de aankomende DDD [een anekdote: op mijn weg van school naar het Vrijthof passeer ik een uitzendbureau. Op een van de ramen van dit uitzendbureau stond de tekst “Aanpakkers Gezocht voor DDD!” wat ondergetekende las als “Aanpakkers gezocht voor de Dood”. Dat zet de toon wel denk ik.] De DDD schijnt in de filialen zich als een ware hel te manifesteren, maar ik bekijk het –ter ondersteuning der algehele moraal- toch positief; als ik dit overleef, kan ik alles aan. Bijenkorf-wise dan.

Genoeg nu van het werkfront, er moet meer gebeurd zijn in die dagen dat ik het toetsenbord al dan niet noodgedwongen links liet liggen. Om de dooie cavialucht die hier nu al een paar weken hangt, en ik heb geen idee waar het vandaag komt, te maskeren, heb ik bij de Xenos [eindelijk gevonden, hij zit boven de Expo] een voorraadje wierook ingeslagen. De geur hiervan begint aan te slaan, bij gebrek aan wierookbrander staan de stokjes nu in een plantenbak, en dan wel van de plant die binnen drie weken ineens bijna dood is. Er zitten welgeteld nog 3 groene bladeren aan, en die koester ik. Al moet ik ze met Bisonkit vastlijmen. Zonet kwam de schoonmaakmeneer langs, met zijn gore naar citroensap-over-datum riekende chemische schoonmaakshit, en de combinatie met de wierook is… explosief…welhaast…

Graag had ik mijn fiets losgerukt uit de stalling en was ik hier de wijde Zuid-Limburgse wereld ingefietst, zoals vrijdag, want wat is het hier ongelooflijk mooi! Helling op is nog een hele onderneming, want het gaat stijl hier, als je na de rotonde rechtdoor richting Berg en Terblijt fietst. Helling af is wel leuk, heel erg leuk zelfs, het liefst fiets ik hele dagen de helling af. En dan niet zoals die geniepige helling in de meest deprimerende en meest gore onder-het-spoor-tunneltje van de Lage Landen, waar een paar hele geniepige bochten inzitten, die je vanwege het falende tl-licht pas op het laatste moment aan ziet komen. Ik weet nu ongeveer waar ze zitten, maar als er een peloton bruggers crasht vlak voor je heb je daar nog niks aan. Geen zier. Geen klap. Nee, een helling gaat op z’n wiskunde-B’s van A naar B naar beneden in een rechte lijn, en dan het liefst ook zonder drempels. Maar, wij dwalen af, want wij hadden over het ontzettend gave landschap hier. Jemig. Als je op een gegeven moment naar rechts, dan met de weg mee naar links en dan weer linksaf gaat, dan kom je op een gegeven moment bij de Bemelerberg, genoemd naar –hoe kan het ook anders- het plaatsje Bemelen, wat eronder ligt. Als je daar fietst, dan zie je friggin’ Rotsen met allemaal brokken eronder, van die steile kliffen die je normaal gesproken in “Het Buiteland” zou zien, maar niet in Nederland. Gotcha, wel dus. De gevreesde, traag stromende rivieren en het oneindige laagland leken opeens iets van een andere wereld. Plus, als je op een gegeven moment een beetje hoger zit, met behulp van zo’n helling dus, dan kun je heel fijn uitkijken over bijvoorbeeld Maastricht, wat dan bij een bepaalde lichtval net op Praag lijkt, en op de St. Pietersberg, wat gewoon echt een Berg is. Met een top. Een heuse bergtop. Verwondering over verwondering, hier.

Verder is er vast meer gebeurd, maar hoewel ik werk daar waar de tijd stilstaat, tikt diezelfde tijd elders lekker door. Mijn Theekop was pleite, maar nu is ie er weer, in de badkamer stinkt het nog steeds naar dooie cavia, mijn macaroni vanavond wou maar niet warm worden en zaterdag heb ik stationsfriet gehaald, met mayo, en stationsbier, want het ging allemaal eventjes niet zo voor de wind.

Tot zover, nu.

~ Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 210909, 20.32

vrijdag 18 september 2009

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. VIII.

“Belgen slaan erop, Nederlanders richten een praatgroep op”. Ziet u? zelfs meneer Tsui generaliseert. En gelijk heeft hij, de beste man. Dit gegeven gaan wij zo dadelijk demonstreren op mevrouw Knaapen, van Zakelijke Communicatie, vanaf hier afgekort tot: ZC.

Vandaag was het namelijk woensdag, en bij al die blije Hollandsche Unox-gezinnetjes daar ver boven de een of andere rivier staat woensdag beter bekend als de “gehaktdag”. Hier kent men dat niet, hoewel ik toch gehakt heb zien liggen in de schappen van de Appie. Hier heb ik op de hogeschool ’s woensdags nu ook te maken met een soortgelijk fenomeen. Want, daar aan de goede kant van de Maas, aan de Brusselseweg, schuiven wij om 4 uur niet vol verwachting aan tafel tot moeder binnenkomt marcheren met een pan dampende boerenkoolstamppot en vader met een zuur gezicht het vlees gaat snijden, maar schuiven wij met van de honger vertrokken gezichtjes een dampend lokaal binnen alwaar mevrouw K. van ZC vervolgens gehakt van ons maakt. Tot zes uur, daarna is het welletjes, mevrouw heeft immers een bbq.

Zij is het voorbeeld van de zuidelijke Bourgondische inslag, want waar ze boven de een of andere rivierendelta na een kleine twintig minuten zelfs hun vlaflip al naar binnen gegoten hebben, laat zij de 23 van honger haast scheef getrokken gezichtjes een half uur stukbijten op een zin die we toch pas volgende week echt offesjeel uitgelegd hadden zouden moeten krijgen uitgelegd geworden werden, en da’s Duits. Tergend traag zijn wij uiteindelijk dan om 5 uur bijna bij zin 10 aangekomen, en dan moet het hele ZC gedeelte nog komen. Uiteindelijk verslapen we ons in de pauze, dus mevrouw K boos, wij duf, mevrouw K nog bozer, wij melig, en uiteindelijk heeft ze Pim en Bas eruit gezet, wat een gapend gat achterliet in onze gelederen, als u me vat. Wij haalden opgelucht adem toen het uiteindelijk 6 uur was, en wij ons al half slapend en met knorrende magen naar buiten mochten slepen.

Mevrouw K ging naar haar bbq, terwijl sommige mensen uiteindelijk bijna een uur op de bus moesten wachten want het is na zessen, en wegens de ondoorgrondelijke geest die Veolia rijk is, rijden de regiostreekbusunits nog maar een keer per uur, en wel allemaal om kwart over. Allemaal. Om kwart over. Als je ’s avonds om kwart voor met de bus ergens heen moet terwijl het regent voel je je flink genaaid, en als je om half ergens heen moet al helemaal. Laat staan wanneer je je op donderdagavond na je werk [ja, er zijn van die stumperds..] twintig over bij een bushalte ziet staan omdat de bonbons een dekentje en een nachtzoentje wilden. In de regen, in weer, en wind, en hagel.

Om bij die geachte eerbiedwaardige meneer Tsui van eerder aan te komen, het wordt tijd, niet voor een flinke knokpartij op tegen het haviksgezicht van mevrouw K, maar voor een praatgroep, een actieplatform, tegen mevrouw K. En de Veolia. En de Bijenkorf, omdat ze met hun spuuglelijke gebouw bij sommige lichtvallen ervoor zorgen dat ik Leiden mooier vind dat Maastricht. Wie had dat ooit gedacht. Tegen al deze dingen gaan we een praatgroep oprichten, die ook toestemming heeft voor het uitvoeren en plannen van zitacties, en we komen iedere woensdagmiddag/avond bijeen om onze frustraties te uiten, onze harten te luchten, liedteksten te componeren, bomen op te zetten over het feit dat het allemaal anders moet, en het gelijk dan wel ongelijk van Kong Fu-zi te bediscussiëren. Onze eerste bijeenkomst is volgende week al, dus dan moeten we wel nog even een blik leden opentrekken etc.

Tot zover vandaag.

~ Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 160909, 22.24

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. VII.

Een nieuwe dag, een nieuwe beschouwing, een nieuwe lading regen en een nieuwe lekke band. Van dit laatste ben ik, in tegenstelling tot de rest, vrijwel zeker. Het lukt mij niet meer om van de Appie in een keer heen en weer te kachelen, maar moet mijn band nu eerst bij het fietsenhok, en als ik bij de Appie wegrijd wederom oppompen. Ik laat mij echter niet klein krijgen door zo’n rubberen onding. Immers vroeger reed men ook rond op houten banden, dus ik vind het tijd om de goeie ouwe houten band in eer en luister te herstellen, puur om de fietsenbandenmakelij het brood uit de mond te stoten, want zij zijn de enigen die wel varen bij mijn ellende.

Maar er is meer gebeurd. Meneer Tsui was dusdanig op dreef dat ik, eenmaal thuis aangekomen, doorgebarsten buikspieren moest constateren, die nu nog steeds doorzeuren en jengelen. Mijn waardige correspondentievrienden, surrogaatzus en voormalige collega waaraan ik met vele weemoed, nostalgie en deernis terugdenk, Lisa had geschreven, zo mocht ik opmerken toen ik mijn brievenbusje ledigde. Zo te horen gaat alles goed in ’s Woerdens polderland, waarin mevrouw Venema nog eens rustig mag wegzakken.

Terug naar de Chinese les, alwaar ik het gezegde “ik denk altijd na voordat ik iets stoms zeg” maar weer eens van stal haalde. Want, na beschouwing op Chinese en Franse hurktoiletten, Chinese openbare toiletten en het gehele stoelgangproces in zijn hoedanig frisse algemeenheid, kwamen wij via de Tibet en de Oeigoeren [niemand die weet hoe hun land heet, niemand die een bekende Oeigoer[se] weet te noemen, maar “daar gaat het niet om!” aldus blond uitschot] uiteindelijk bij de niet onbelangrijke kwestie hoofdsteden. Met welke omweg en dwaling wij uiteindelijk bij die hoofdsteden terechtgekomen zijn weet ik niet zo zeker meer, maar het kwam erop neer dat meneer Tsui vroeg wat de hoofdstad van Albanië is, waarop het stuk stront dat op dit moment zit te typen vol overtuiging “Pristina!” door de klas liet galmen. Zet maar tegen de muur die muts, want de hoofdstad van Albanië is natuurlijk sinds jaar en dag Tirana, zoals iedere zot wel weet. Daarom, ik denk altijd diep, diep na, voordat ik iets stoms zeg..Ik ben nu zover dat ik weet dat Tirana de hoofdstad van Albanië is, en Ljubljana die van Slovenië. Maar waar de hel ligt Pristina dan toch in godsnaam!? Het is een stad in Europa, dat weet ik zeker. Volgens mij is het ook ergens een hoofdstad van, alleen heb ik geen idee meer waarvan dan. Het laat me maar niet los, het knaagt aan me. Ik moet en zal weten waar dat gat ligt.

De Chinese delegatie van OTC was vanmiddag gaan dimsummen in een toko nabij het centraal station, doch ik voelde geen hevige drang hieraan deel te nemen, des te meer omdat er werkzaamheden op de loer lagen, die je op een onbewaakt rustig moment dan toch bij de strot grijpen, met ijzeren vingers vol punten, en tachtig ogen die giftige walmen uitwasemen. Over vier weken gaan wij immers voor de bijl, tijdens de eerste toetsingsperiode die ons grijnzend op ligt te wachten.

Zo kwam een roerige dag in septehehember langzaam tot een einde, zoals iedere dag dat al eeuwen zo doet. Toch blijft het verwonderen, dat veertien september in het jaar tweeduizendnegen nooit weerom komt. Mooi om even bij stil te staan, het doet je beseffen dat, ook al lijkt het soms niet zo, iedere dag een feestje is. We vieren het allemaal alleen op onze eigen manier.

Tot zover vandaag,

Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 140909, 20.16

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. VI.

Zaterdag, gehaktdag, werkdag. Allemaal redenen op de bloemetjes buiten te zetten, maar om zelf vooral binnen te blijven met de dekentjes tot over je oren. Omdat mijnheer Maessen dan waarschijnlijk gaat zeiken, spring je toch maar in twijfelachtige staat eerst uit je bed, en enige tijd later op de fiets. Met een stalen glimlach op je gelaat gebeiteld, want je bent klantvriendelijk. Bij de werkplek aangekomen is de boel aardig overstroomd, met een collega die in alle staten is, en nog geen pauze heeft gehad, omdat de werkplek dus onder water staat. Niet zomaar water, nee, heel erg goor, smerig, vies, vettig, stinkend water. Met stukjes erin, net alsof het kippenbouillon over de datum is. Zo rook het ook, soort van. Een aroma dat nog het best te omschrijven valt als dierlijk vet dat twee maanden ergens heeft liggen rotten, even gemixt met bedorven sla en dooie cavia’s. U begrijpt, de weerzinwekkendheid.

Dat was nog niet alles, want de combinatie café-B en twee nachten geen slaap maken de motivatie er niet beter op, mede omdat ook het energiepeil tot een historisch dieptepunt is gedaald. Boven de zeespiegel wonen is ook niet alles. Veeleisende mensen die in een onverstaanbaar dialect dertig taarten komen halen en dan beginnen te foeteren dat het niet in één tasje past. Irritante design alfamannetjes die met hun pens koste wat het kost Lagerfeld willen dragen [bah!] en met een blik vol walging en overmatige arrogantie op je vingers zitten te kijken of je het prijsje wel van de fels wijn afhaalt. Code 666 is voor de koffie, need we say more?

Er is ook goed nieuws betreffende het werkfront te noemen, want de energieverstrekker bij uitstek is natuurlijk suiker. Cacao gaat ook prima, en samen is het een bonbon, en laat ik die nou net verkopen en bijvullen. U begrijpt, ik moet op dieet, want de chococonsumptie was verbluffend vandaag, ook omdat er allerlei nieuws was, zoals champagnetruffels, Grand-Marnier-truffels [nog een remedie tegen vermoeidheid blijkbaar: Drank.] bonbons met groene thee en het nieuwe herfstassortiment. Ik ben na de pauze begrijpelijkerwijze niet meer teruggegaan naar café B, maar ben gezellig in het meesterbanketbakkershoekie blijven plakken. De vloeren stonden nog steeds blank, zeker toen ze elders in het pand ook met water aan de knoei gingen. Water gaat altijd naar het laagste punt, dus u begrijpt…

Terug naar het slaaptekort, dan, want het schijnt dat de derde verdieping, waar ik dus mijn tokootje run, bekend staat als de party-verdieping. wat verklaart waarom er dus om drie uur, vier uur, en vijf uur ’s nachts donderdagochtend een menigte als een kudde zevenjarigen door gang en keuken zwiert. Het echoot hier nogal. En als je dan om 5.15 je bedje uitmoet vanwege de trein die om 5.56 zou vertrekken [de machinist liet nogal op zich wachten..] ben je niet bepaald blij, noch uitgerust. Ook vannacht waren de omstandigheden niet optimaal te noemen; buuf hield een slumberparty- achtige toestand, met hard gelach en lesjes Nederlands.

Al met al bevalt het nog wel, ben sinds vrijdag officieel Maastrichtse, maar als het aan mezelf –en ook een klant- ligt ben ik een zwerver. Welke zot verhuist er nu van een klein gat in Utrecht naar Scheveningen naar Wellseind naar Maastricht? Precies.

~ Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 120909, 22.17

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. V.

Het intercitydubbeldekkerdilemma. Een filosofische, taalkundige discussie.

Op het moment van overdenking bevond ik mij in de intercity van Utrecht [Utrecht, want na Utrecht is er slechts chaos] naar Maastricht. Drie dubbeldeks treinstellen in fleurig donkerblauw met geel van elk zes wagons lang maar liefst; men had zich uitgesloofd. Het achterste deel zou in Eindhoven achterblijven, dus dat nam de glans wel een beetje weg. De intercity vanuit Den Haag naar Venlo, het Rotterdam van Limburg, liet nog op zich wachten. Misschien was hun machinist ook wel pleite, zoals die baas van vanochtend. De morgenstond…

Doch ook de trein uit Den Haag kwam gezwind aangedenderd te Eindhoven, ook een fleurige dubbeldekker. Er stonden nu, dus, in plaats van één, maar liefst twee fleurige dubbeldekkers, beiden intercity, beiden donkerblauw met geel. Hier begon het dilemma. Want als je een intercitydubbeldekker hebt, dan is dat volkomen duidelijk en volkomen logisch. Je hebt één intercitydubbeldekker –waar ‘ie heen gaat is niet van belang- en met dat feit is de kous meer dan af. Maar nu zijn er dus twee. En heb je dan twee intercity-dubbeldekkerS of twee intercity’S-dubbeldekker?

In het geval van de secretaris-generaal is er geen kwestie van twijfel meer, mede ook doordat Juf Dembinski dat er tot drie maal toe in heeft zitten dreunen bij mij, jong en onbezonnen. Als je één secretaris generaal hebt, en je schuift er nog eentje bij, op een roodpluchen stoel uiteraard, dan heb je twee secretarissen-generaal. Het gaat bij deze beste man immers om het feit dat hij secretaris is, en niet zozeer een generaal. Die generaal is hier namelijk een titel, een rangorde, en het heeft niks met de opperbaas van het leger te maken. Daarom, als men twee van deze hoge heren zou aantreffen, heeft men dus ook te maken met twee secretarissen-generaal, en Zeer Zeker Niet met twee secretaris-generaals. Dat is klinkklare onzin, volslagen kolder.

Toestanden.

Komen wij terug bij de kwestie van de twee intercitydubbeldekkers of de twee intercity’s-dubbeldekker. In het geval van de intercitydubbeldekkers legt men de nadruk meer op het eigenlijke materieel, namelijk de fleurig donkerblauw met geel gekleurde dubbeldekker. Want daar komt uiteindelijk de meervouds-s achter. Bij de intercity’s-dubbeldekker legt men meer de nadruk op de intercity. Over dit begrip zou men ook een hele discussie aan kunnen zwengelen [wij doen dit gemakshalve niet] want gaat het nu over de trein itself, gaat het over het feit dat het hier een lijndienst betreft die alleen de grote steden aandoet, of ligt de essentie van de intercity misschien wel in beide segmenten? Vragen over vragen. Om terug te komen op de intercity’s-dubbeldekker, hier legt met dus de nadruk op die lijndienst, en niet zozeer op het materieel.

Blijft dus de Centrale Vraag [CV. Van de ketel. Huhuhuhuhuhuhuhu] over, namelijk is het nou intercitydubbeldekkerS of intercity’S-Dubbeldekker? Gaat het om het materieel of om de titulatuur? Ik kom er niet uit, en het duizelt mij bovendien. Ik zal binnenkort eens bij diverse taalkundigen en mensen die het misschien wel weten aan de jas gaan hangen om deze netelige kwestie nu eens voor eens en voor altijd op te kunnen helderen. Via dit item zal ik u daarover volgaarne op de hoogte houden, voorzien van datum –uiteraard- om nog meer taalverwarring te vermijden.

Tot zover vandaag.

Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 110909, 21.49

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. IV.

Calibri is een kolerelettertype dat mij danig de keel uithangt. Daarom ga ik een beetje variëren. That’ll show ‘em..

Vandaag gebeurde er vrij weinig om hier zomaar te gaan vermelden. Leiden was regenachtig –Maastricht, en dan vooral het heerlijke weer, het regent alleen ’s nachts, went heel snel. Zodoende had ik geen jas of soortgelijk bij me. Het boek dat ik zocht hadden ze ook al niet. Pas toen na Roermond de zon weer ging schijnen kon ik weer effe opgelucht ademhalen. Op de heenweg zat er schuin voor mij in de intercitydubbeldekker van Maastricht naar Alkmaar een heerschap dat er genoegen in had om continu achterom te kijken, en mij aan te gapen als had ik groen haar met paarse uitgroei. Bij Eindhoven ben ik zeer, zeer hooghartig langs deze gnoom heengelopen als was ik een koele, New Yorkse Lady uit eind jaren veertig met het idee van “die zien we nooit meer terug”. Helaas. In Eindhoven moest deze snoeshaan ook overstappen, en op de terugweg kwam ik hem weer tegen. Zat weer in dezelfde coupe. Dit keer recht voor mij, een bank verder, zodat alleen het volume zo af en toe als hinderlijk ervaren kon worden, en niet de priemende blik.

De regen is ook tot hier nu doorgedrongen, maar nu geeft het niet. Als het morgenochtend maar uitgezopen is. Als er na een warme zomerdag ineens een regenbui neer komt plenzen, dan ruikt het altijd zo heerlijk naar zomer buiten. Zelfs nu in de weerkundige herfst. Het raam staat wijd open, net zat ik er nog in, en ooit ga ik eruit kletteren, maar dat nemen we dan maar voor lief. Afzien hoort erbij.

Er komen zo als het goed is een paar damesch films kijken en thee drinken en koekjes eten en yoghurt eten, maar tot nu toe zit er nog vrij weinig, maar alles loopt hier een paar uur achter bij hetgeen men gewend is. Men eet hier niet om 6 uur, dat is walgelijk vroeg, men eet zo rond een uurtje of negen. Dat is voor mij niet vol te houden, ook al zou ik me met liefde aanpassen, maar wanneer mijn maag zich om zeven uur nog niet aan voedsel heeft vergrepen wordt ik toch wat weekjes in de knieën. Een half uur later en er komen vlekken voor mijn ogen, en om negen uur zou ik waarschijnlijk de comastaat nabij zijn. Lucy had gekookt, heel erg lekker gekookt, tomatensoep met groente, kip en kaas. Alles van de “Schijf van Vijf”, zo in een klap raak. Het was heerlijk te eten, al was zij er minder euforisch over. Het begint allemaal een beetje te wennen hier, het begint zowaar een beetje te voelen als een Thuis. Morgen weer aan het werk, en nee, ik heb De Map niet doorgelezen. Mondje dicht tegen mijnheer Maessen, het nare sujet dat ik met liefde in de koelcel naar Woerden zou willen verschepen. Misschien wil Boksteijn hier manager worden? Wat mij betreft heeft hij de juiste instelling en kwaliteiten. Ik zal eens een ballonnetje oplaten…

Tot zover, vandaag.

~ Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 090909, 22.26

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. III.

Ende voorwaar, zij zette zich met heel haar door Hertog Jan Grand Prestige bevangen brein achter haar toetsenbord, en kwam zodoende tot het volgende:

Dit lettertype laat zich helaas alleen lezen in grootte belachelijk groot. Het is niet anders, het geschrevene moet immers gelezen worden, anders heeft het geen enkele zin en dus ook algemeen nut. Men moet toegeven, dat het er zeer officieel uitziet, in zo een wannabe – oud lettertype. Doch geen redenen tot klagen, het oog wil immers ook wat. Laten wij ons nu richten op de beslommeringen en gebeurtenissen van de dag van vandaag, shall we?

Tot een ieders ontsteltenis is de algemene ruimte beneden enkele dagen gesloten omdat men –let op- softdrugs heeft gevonden. Geachte softdrugs-vind-commissie, ik kan u van harte aanbevelen vooral de derde verdieping niet uit te kammen, men snuift hier werkelijk van alles. Het gaat van chemische schoonmaakshit tot erger, veel erger. Niet dat ik er last van heb, allen de schoonmaakmiddelenlucht verontrustte mij een weinig gisteravond, toen de penetrante chemische wannabe citroenlucht langzaam maar zeker doordrong in mijn schamele optrekje. Het begint hier zowaar een beetje bewoonbaar en opgeruimd te geraken. Weldra kunnen we de nieuwe gezamenlijke ruimte alhier inrichten. Ook ik duld geen drugs in mijn toko, daarvoor gebruikt men maar het balkon.

Want jazeker, er is een balkon. Op last van de brandweer mag er geen enkele vorm van meubilair verschijnen, dit in verband met het nooduitgangsluik. Wat dichtgespijkerd zit. Ik vind ook dat het er weinig solide en betrouwbaar uitziet; alsof men in de afvalkoker terecht zou komen, mocht het zover komen dat het luik geopend moest worden ter welbevinden en redding van de roepende mensheid. Dit luik is dus niet te betreden, wat mijns inziens het hele meubilairverbod overbodig maakt. Een vluchtige inspectie van het gebouw hebben mij snel geleerd dat er ontsnappingsroutes te over zijn. En degenen op de bovenste etages hebben gewoon dikke pech. Het is niet anders, niet iedereen kan even goed bedeeld worden waar het gaat om nooduitgangsvoorzieningen.

Verder ging het vandaag, vanmiddag, naar Valkenburg, met de trein. Er was geen fatsoenlijke ijsjeswinkel te vinden, wat mij de terugtocht huiswaarts sneller dan gepland deed aanvaarden. Wat niet wegneemt dat Valkenbug een fijne plaats is om eventjes tot rust te komen, dit vanwege het hoge gepensioneerde - theeleuters gehalte. Begrijp mij niet verkeerd, ik kan het bijzonder goed vinden in een entourage met dit soort personages; wij scheppen een zogenaamde band [of dit wederzijds is weet ik niet geheel zeker]. Hoewel het hier ook retegaaf is.
De schooldag bracht weinig hindernissen met zich mee, de laoshi uit Beijing is vreselijk aardig, en vindt dat wij het er allen zeer goed vanaf brengen. Wat ook zo is. Ik ben van plan de voorsprong met de rest in stand te gaan houden, wat betekent dat ik vroeg of laat zal moeten beginnen het Grote Dikke Woordenboek uit mijn bolle hoofd te gaan leren. Daarover wellicht later meer.

Het is mooi geweest voor vandaag.

~ Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 080909. 22.08

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. II. [Bijenkorf / China Conspiracy]

Ophelderingen inzage de onverklaarbare wietlucht op de gang voor de keuken: zo een beetje iedereen hier blowt dus.

Verder is er ook vooruitgang inzage het feit dat het fornuis altijd tamelijk koud bleef: je moet de kookwekker eerst aanzetten, dan gaat er rechts een lampje *plingg* branden, oranje, en dan moet je de knop van de kookplaat op 6 zetten want dan wordt ie friggin’ warm. Zo werkt het dus, eerste fatsoenlijke maaltijd hier. Yumm. Nom Nom Nom! Sambal badjak is, net zoals alle soorten uit de sambal familie, tamelijk scherp. Een mespunt is voortaan dus voldoende.

Woensdag treed ik in tijdelijk reces. Ten eerste ontbreekt het mij aan het passende materiaal, ten tweede zijn er besognes en beslommeringen die deze week prioriteit nummer één hebben. Wellicht gaat het woensdag richting het verre westen, drie uurtjes per trein. Of naar het nabije oosten, wich is bij Heerlen de grens over. We gaan het nog zien, meestal is het voor een student niet raadzaam om dit soort ingrijpende beslissingen op zo een lange termijn te nemen. Woensdagochtend is nog vroeg zat.

Ook de introductie van de nieuwe werkplek vond vandaag plaats, en wel om negen uur Sharp, binnenin een van de lelijkste gebouwen die Maastricht rijk is, namelijk het gebouw van de Bijenkorf en de V&D. Alle vermoedens jegens de grote roerganger aldaar zijn meer dan uitgekomen, doch na 19 jaar te zijn, wat heet, worden opgevoed door de ouderlijke macht weet men doorgaans het gezicht alras in de plooi te houden, op de momenten van de dag dat dit nodig is. De klokpas –ook gelijk de Sesam-open-u-pas waarmee alle deuren gezwind openzwaaien- is uiteindelijk ook binnen, waarmede ik nu geen surrogaatbezoeker maar een heuse werkneemster ben, binnen een concern dat draait onder een overkoepelende organisatie die blijkt te werken volgens de term “durfkapitalisme”. Van kameraadschap is geen sprake. De benaming zint mij in het geheel niet, doch wanneer China de wereld, of in ieder geval het Euraziatische continent overneemt, zal hier een passende oplossing voor gevonden worden. Drie jaar wachten voor een overhemd, anderhalf jaar voor een taart, een gevulde koek kost een maandje of 3 en de saucijzenbroodjes loop je vandaag de dag altijd al mis. De DDD zal worden omgetoverd tot een evenement dat eens in de tien jaar plaatsvindt, omdat men die tijdspanne nodig gaat hebben om tot een enigszins acceptabele voorraad te komen.

Woerden zal een vakbond krijgen, evenals de middelgrote filialen. De grote drie zullen op eigen kracht voormoeten, wat niet moeilijk zal zijn, gezien de rijke expats in Den Haag, de smokkelhaven van Rotterdam en het drugstoerisme in Amsterdam, wat dankzij de opiumbollenteelt weer opbloeit. Noord-Korea is een geliefde vakantiebestemming bij velen, mede door een frequente lijnvlucht een keer per week, via Beijing, de oude hoofdstad. Het was toch onrendabel om de hele toko daar te houden, aangezien een spoedpakketje naar Madrid op die fiets een week in beslag nam. Men volgt daarom het voorbeeld van wat ooit de E.U. was, en verplaatst zodoende de hoofdstad om de zes maanden van de ene uithoek naar de andere, want uithoeken te over in het nieuwe Rijk van het Midden. Noord-Amerika is na jaren van kwakkelende economische toestanden aan de rand van het faillissement gekomen, en is nu een welkome bron van gastarbeiders.

~wordt vervolgd~; Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 070909, 21.37

Belevenissen in Maastricht ~ of de lotgevallen en levenswendingen van een eerstejaars in welhaast het buitenland. I.

Veel Nederlands is er immers niet meer bij. De buurvrouw, Lucy, komt uit Korea. Verderop zit een zwijgzame Let, en verder zijn er nog een boel Ieren, Finnen, twee Belgen, Roemenen. De talenknop in mijn bovenkamer switcht zich roodgloeiend. En tussen alle bedrijven is er dan ook nog Chinees. Op de eens witgepleisterde muur hangt nu een poster, gelijkend op een raam dat uitkijkt over de Chinese Muur. Eronder leert Laozi mij nog: “The Journey of a Thousand Miles Begins With a Single Step.” Hij heeft gelijk, de oude, de eerbiedwaardige. Wie had dat gedacht, tweeduizend jaar geleden.

Op het werk babbelt iedereen mij in rap en vrolijk Maastrichts Plat tegemoet. Een vrolijk taaltje, maar ik kan er kaas noch chocola van maken. Het klinkt Duits, dat is het niet, en er is geen woord Frans bij. Ondertitelen heeft geen zin, en het zou te lang duren. In het talenarsenaaltje gaat binnen nu en twee weken ook een kamertje voor “Mestreechs” worden ingericht, dat is wel zeker. Ook de klanten zijn niet te verstaon, wanneer ze taart of bonbons komen halen.

Het is niet anders, nee, het is zelfs leuk. Het motiveert, zodat ik vol goede moed en mooie zinsneden aan nieuwe teksten wil beginnen. Mijn wankelend toetsenbord fluit mij helaas terug in mijn enthousiasme. Het hapert, het gammelt, het wil niet. Naast de “n” en de “e” blijft nu zowat driekwart van de toetsen achter zodat er niet meer op zijn machinegeweers te typen valt, maar eerder als een hinkende gans. Een ieder die wel eens een hinkende gans heeft zien typen, weet waar ik het over heb. De verhuizingen doen hem –net zoals mijn fiets- geen goed. Ik kan er niets aan doen, het gaat zoals het gaat, en ook mijn toetsenbord zal zich evenals mijn fiets naar zijn lot moeten schikken. Dreigen met het kanaal gaat niet meer, en de Maas is toch ver weg, dus ik zal iets anders moeten vinden wat ik mijn fiets en toetsenbord boven het hoofd kan hangen.

De plek hier begint gezellig vol te raken, welhaast op een huiskamer, maar dan zonder schoorsteenmantel, open haard, boekenkasten, bijzettafeltjes, een comfortabele bank, fauteuils en meer rommel. Het bed fungeert overdag als bank –met een klein beetje fantasie een comfortabele bank. De enige tafel doet dienst als bureau en eettafel. De boekenkast is enerzijds zichzelf, anderzijds buffetkast, plantenkast, voorraadkast. Over multifunctionele items gesproken!

Morgenvroeg wacht mij de officiële introductie op de nieuwe werkplek. Het tijdstip schikt mij niet, het ritme van de doorsnee student is immers zo, dat de dag om 11 begint, en om 17 weer afgelopen zou moeten zijn. Nu zijn er natuurlijk de nodige variaties op dit schema aan te brengen, mijn actieve periode verdeelt zich in pieken. Één piek ’s ochtends, eentje om een uurtje of half twee, eentje na het avondeten en verder na half tien. Zeer verspreid dus, en er valt zeer flexibel mee om te gaan, hoewel niet iedere instantie dat in een keer zomaar ziet.
De lucht in de gang draagt een wietachtig aroma, vooral rondom de keuken, hoewel het in de keuken meevalt. Ik verdenk nog niemand, maar hou mijn ogen open. Energydrink heeft toch effect, ik dacht altijd van niet, maar het hele euvel zit hem in het feit dat het effect, na een hevige werking van ongeveer twee minuten, zo goed als weg is. Na twee minuutjes rondspringen als een kangaroe zijn wel de ongewenste pondjes verdwenen als sneeuw in de lente.

Het is mooi geweest voor vandaag.

Vijverdalsweg, kamer 310, Maastricht, Limburg, Nederland, 060909, 23.34